Oploden volgens een loodlijn - één van de kenmerken van het MOUS Systeem - veronderstelt een vrije zichtweg naar hogergelegen verdiepingen. Voor deze vrije zichtweg zijn sparingen in de betonvloer noodzakelijk. Binnen het MOUS Systeem heeft een vloersparing een bijzondere vorm, die wordt verkregen door een speciale sparingmal te gebruiken in combinatie met een stuk PVC-buis; de buis, die op een door de vloerdikte bepaalde lengte wordt afgekort, fungeert als verloren bekistingmateriaal (figuur). De sparingmal wordt op de onderliggende vloerbekisting gecentreerd boven een erop vastgespijkerde inrichtplaat of direct boven een geboord gat in de bekistingplaat. Bij een breedplaatvloer wordt meestal een plaatje gasbeton mee ingestort waarin ter plaatse met een gatenzaag een gat wordt gezaagd, waarna de sparingmal daarboven kan worden gecentreerd. De sparingmal mag met onnauwkeurigheid van +/- 20 mm in de vloer terechtkomen; dan resteert er in de vloersparing een voldoende vrije zichtweg. De sparingmal biedt naast het garanderen van de ‘juiste’ positie van de doorzichtopening, de mogelijkheid om in de bovenzijde van de te storten vloer een ondiepe sparing aan te brengen en een vlak stukje vloer te creëren met daarin twee schroefhulsjes. Ook bij bepaalde typen prefab betonnen vloerelementen - nee, niet bij kanaalplaatvloeren, daarvoor bestaat een speciale oplossing - wordt in de betonfabriek op vergelijkbare manier de typische moussparing aangebracht.

Vorige paragraaf [Mouspunten op vloerbekistingen] Volgende paragraaf [Oploden naar verdiepingsvloeren]

Met een stuk PVC-buis en een sparingmal wordt de typische vloersparing gemaakt.